Wat kun je met kinderen uit groep 1/2 doen t.a.v. versjes en gedichten.
· Gedichten opzeggen. Eén gedicht kan op verschillende manieren opgezegd worden. Je kunt het met je vrolijke stem doen, of met je verdrietige. Of met een boos gezicht, maar ook met een blij gezicht. Je kunt het heel saai opzeggen, maar ook met veel elan. Dit zijn zomaar wat ideeën, je kunt er vast zelf nog velen bij bedenken.
· Gedicht anders maken. Vanuit een bestaand gedicht ga je de woorden veranderen en maak je het naar je eigen zin. Ben je boos, wacht een poos, draai in het rond, wiebel met je…….. Dit maakt je weer helemaal gezond. Nu wel weer blij, dans in de wei. En zo kun je nog wel even doorgaan.
· Een gedichtenboom maken. In de klas maak je een boom en daar hang je wc rolletjes in. In elk wc rolletje stop je een versje. Elke dag haal je uit 1 van de rolletjes een versje en die bespreek/doe je met de kinderen. Van deze gedichten een gedichtenbundel maken.
· De kinderen een gedicht van huis mee laten nemen en die in hun gedichtenbundel plaatsen. Mooie gedichten van andere kinderen kopiëren en verdelen onder de andere kinderen.
· Een gedicht met bewegingen opzeggen. Het gedicht uitspelen, dramatiseren.
· Aandacht besteden aan onzingedichten. Ozewieze wo ze wieze walla. Deze kan ook op verschillende manieren uitgesproken worden. Wat zou het dan betekenen?
· Maak je eigen raadselversjes. Ik eet het met hagelslag of met ham, ik ben een gezonde………..
Het is een dolle boel. Lekker zitten doe je op een……………….
En ga zo maar door.
· Besteed aandacht aan verschillende dichtvormen. Zoals een elfje, een haiku, een limerick, Rondeel, lange lijsgedicht.
· Een gedicht in plaatjesvorm veranderen. Elk stukje heeft zijn eigen plaatje, kinderen uit groep 1 / 2 kunnen het dan ook zelf lezen.
Een elfje is een gedicht van elf woorden, deze woorden zijn verdeeld over 5 regels. Eerste regel 1 woord, 2e regel 2 woorden, 3e regel 3 woorden, 4e regel 4 woorden en 5e regel heeft weer 1 woord.
BV:
water
wie gaat
ik ben eerst
wat is het lekker
vakantie
Een haiku is een gedicht in Japanse dichtvorm. Het is een gedicht van drie regels.
· Regel 1 heeft 5 lettergrepen of woorden die uit één lettergreep bestaan
· Regel 2 heeft 7 lettergrepen
· Regel 3 heeft er weer 5
BV:
hai die koe roodbont
met van die zachte ogen
je mag me likken
Een limerick is een kort versje met het rijmschema A-A, B-B, A. Een limerick is een leuk rijmpje, waarbij de clou in de laatste rijmregel naar voren komt.
De eerste regel begint vaak met
Er was eens ……………… en eindigt met een plaatsnaam.
BV:
Er was eens een man van Terschelling, Die reed met zijn fiets van ene helling. De ketting die brak, Z'n hoofd in de kak, Z'n zak in de vierde versnelling
Een rondeel is een gedicht waarin hele regels herhaald worden. Regel 1,4 en 7 zijn hetzelfde. Regel 2 en 8 zijn ook gelijk. Het gedicht heeft geen rijm.
BV: 1. O, was ik maar onze kat 2. Lekker opgekruld slapen op een kussen 3. Hij hoeft niet op de fiets door een plensbui 4. O, was ik toch maar onze kat 5. Nooit in een stinkend regenpak 6. En nooit naar school 7. O, als ik toch onze kat was… 8. Lekker opgekruld op een kussen
Een lange lijsgedicht is een gedicht met alleen maar losse woorden onder elkaar die natuurlijk wel met elkaar verband houden.
BV:
wind
wind
wind
wind
ik
moet
er
tegen
in
fietsen
baal
baal
baal
baal
nu
ben
ik
moe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten